eerste vermelding


Akte van belening van heerlijkheid Loon op Zand

4 mei 1269 - "Johannes dei gratia dux Lotharingie et Brabantie universis tam presentibus quam futuris presentes litteras inspecturis salute et cognoscere veritatem quod nos dedimus et assignavimus plenarie in feodo ad jura terre nostre Brabantie obtinendo in iurisdictione altum et bassum nobili viro Wilhelmo domino de Roerne militi villam de Venloene cum omnibus vul galiter dictis wastina, thuno, moro et deserto et cum suis pertinentiis sitam inter silvam de Eudenhout et den Grondelosen Merken et etiam Merendijc quod iacet retro Wael wyc et Baerdwyc usque ad vicum qui iacet inter Tilborgh et Venloene predictam et tertiam partem decime de Tilborgh et etiam terras arabiles in Eudenhout cum sileis et pratis in cuius rei testimonium sigillum nostrum presentibus duximus apponendum cum nostris nobilibus viris ad hoc requisitis Waltero Berthout domino Mechliniensi et Egidio Berthout domino de Hoenbeke datum anno Domini millesimo ducentesimo sexagesimo nono sabbato post ascensionem Domini."

Vertaling:

4 mei 1269 - "Jan, bij de gratie Gods hertog van Lotharingen en van Brabant, allen te samen voor het heden als in het toekomende, die deze tegenwoordige brief zullen zien, gegroet en verneemt de waarheid, dat wij gegeven en toegewezen hebben in volle leen, in bezit te houden naar het recht van het land van Brabant, de hoge en lage jurisdictie aan de edele heer Willem van Hoeme ridder, de villa (buitenplaats) Venloon met al zijn, gemeenlijk genoemd woeste gronden, hoven, moeren en wildernissen met al haar toebehoren, gelegen tussen het bos van Udenhout en de Grondelosen Merken en ook de Merendijc die zich uitstrekt achter Waalwijk en Baardwijk tot aan de straat die ligt tussen Tilburg en Venloon voornoemd en een derde deel van de tienden van Tilburg en ook bouwlanden in Udenhout met bossen en weiden.

Ter getuigenis van deze zaak hebben wij ons zegel daaraan aangebracht en eraan toegevoegd die van onze edele heren, daartoe verzocht, Walter van Berthout, heer van Mechelen, en Egidius van Berthout, heer van Hoenbeke, gegeven in het jaar ons Heren duizend tweehonderdnegenenzestig op de zaterdag na de Hemelvaart van de Heer."

Uitleg:

Akte van belening door hertog Jan van Lotharingen, van Brabant [ook genaamd: Jan I van Brabant] van Willem, heer van Hoeme [ook genaamd Willem van Horne] met de villa (het dorp of kasteel) van Venloon, de tienden, wildernissen, cijnsen, moeren en deserto (woestenijen), gelegen tussen het bos van Eudenhout, den grondelosen merken en ook den Merendijc, die ligt achter Waelwijc en Baerdwijc, tot aan de 'vicum' die ligt tussen Tilborch en Venloene, alsmede niet het derde part van tienden in Tilborgh en de vruchtbare akkers, bossen en wildernissen in Udenhout.
Getuigen Waltero Berthout, heer van Mechelen
Egidio Berthout, heer van Hoenbeke

Bron:

Archief Heerlijkheid Loon op Zand (AHLoZ, 782) inv. nr. 104
RHC Tilburg, Charterverzameling (CV) nr. 44.
Afschrift uit het Latijn uit 1610 in AHLoZ inv. nr. 113
Afschrift uit het Latijn uit 1651 in OALoZ (781) vnr. 1353

N.B. Camps (Oorkondeboek nr. 317) vermeldt voor drie woorden een andere schrijfwijze, namelijk salutem i.p.v. salute; vulgariter i.p.v. vulgaliter; en thimo i.p.v. thuno. Vicum: straat, plaats