
Gerard ''Graard" de Nijs (1918-1989)
Voluit ''Gerardus Joannes de Nijs".
Gerard de Nijs wordt op 31 oktober 1918 geboren in Kaatsheuvel als vijfde kind in een gezin van tien kinderen, woonachtig aan de Marktstraat 37 aldaar. Hij werd vernoemd naar zijn broer die Gerardus Johannes de Nijs (†1917), die op twee maanden oude leeftijd kwam te overlijden.
Zijn ouders, Gerardus de Nijs (1889-1968) en Adriana Hamers (1889-1953), komen niet uit een kunstzinnig milieu, maar toch herinnert hij zich later hoe zijn moeder met fijn wit zand mooie patronen over de lemen vloer strooit, waardoor het huis een andere uitstraling krijgt. Op school raakt hij gefascineerd door een afbeelding van een engel op de muur. Deze engel prikkelt zijn verbeelding en maakt het sombere klaslokaal zelfs een beetje vrolijker. Zo'n engel zou hij zelf ook willen maken. Hij besluit te gaan tekenen. In die tijd wordt een kunstenaar vaak gezien als een armoedzaaier, en in een groot gezin als het zijne is dat geen realistische optie.
Volgens de lokale traditie in de schoenindustrie moet er brood op de plank komen, dus het wordt werken. Ondanks het ontbreken van mogelijkheden om een opleiding te volgen, grijpt hij al jong naar potlood en penseel om zich creatief uit te drukken. Hij blijft dit doen, telkens wanneer hij de kans krijgt. Niets of niemand kan hem ontmoedigen. Hij stelt zich geen tijd voor dingen die hem niet interesseren, maar wat hem bezielt, drijft hem altijd verder.

Werken als schoenmaker
Op zijn dertiende begint hij als leerling in een schoenfabriek, waar hij een rijksdaalder per week verdient. Het is niet veel, maar hij is blij dat hij zo wat kan bijdragen aan de zorgen thuis. Toch heeft hij moeite met het opgesloten zitten in de rumoerige fabriekshal, die hem vaak benauwt. Soms, als hij denkt dat niemand hem ziet, klimt hij op een verhoging om door een klein, niet geblindeerd raampje naar buiten te kijken… naar de zonnebloemen. Daar schijnt de zon en voelt de vrijheid binnen handbereik. Het maken van schoenen wordt uiteindelijk een creatieve bezigheid, waar hij op termijn voldoening uit haalt.
Zijn gevoeligheid wordt echter herhaaldelijk op de proef gesteld, zoals toen een kleine beschadiging aan een schoen hem zwaar werd aangerekend. Aan het eind van de week wordt het paar schoenen met de veters aan elkaar gebonden en om zijn nek gehangen. Bovendien wordt er een kwartje van zijn loon ingehouden. Hij loopt een tijd lang rond voordat hij zijn ouders onder ogen durft te komen, omdat hij zich schaamt voor dat kwartje minder – dat konden ze immers niet missen. Het is hard werken in de schoenindustrie, en de lonen zijn laag. Hoewel er wel schoenen worden gemaakt, blijft de meerderheid van de bevolking nog lang op klompen lopen. Wanneer het druk is in de schoenindustrie, wordt er vaak dag en nacht gewerkt, zoals het altijd al was. Ook wordt er veel thuis gewerkt. Bijna alle vrouwen verrichten stikwerk thuis, wat vaak een broodnodige extra inkomstenbron is. Het straatbeeld wordt dan ook gekarakteriseerd door het over en weer transporteren van schoenonderdelen.
Meegesleurd in oorlog
Ondanks de moeilijke omstandigheden tijdens de oorlog een sterke passie voor kunst. In de jaren die volgden, ontwikkelde hij veel kennis over kunst en kunstenaars. In 1942 werd hij als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd, maar dankzij een doktersverklaring keerde hij tijdelijk naar huis en dook onder. Tijdens zijn onderduikperiode schilderde hij patriottische leuzen op tegels om in zijn onderhoud te voorzien. Omdat de Duitsers hem voortdurend op de hielen zitten moet hij steeds van adres veranderen. Veertien dagen na de bevrijding van Kaatsheuvel (29 oktober 1944), meldt hij zich aan oorlogs- vrijwilliger in Brussel. Hij krijgt zijn soldatenopleiding in Aldershot, Engeland.
Na de bevrijding meldde hij zich als oorlogsvrijwilliger en vertrok naar Nederlands-Indië, waar hij in gevechten verwikkeld raakte. Op een dag wil hij mensen van een onderduikadres uit de oorlogstijd gaan bezoeken. Hij neemt de tram naar Heerlen en daar vraagt hij aan een jonge vrouw de weg. Deze vrouw, Anna Catharina "Anny" Schoutrop (1925-2009), zal later zijn echtgenote worden. Maar eerst moet hij Nederlands Oost-Indië helpen bevrijden.
In plaats van de verwachte vrede, was de situatie daar gewelddadig, wat hem mentaal zwaar belastte. Na de oorlog keerde hij terug, lichamelijk ongedeerd, maar met de littekens van de oorlog die hem voor altijd zouden achtervolgen.
Een keerpunt en nieuwe opkomst
In 1973, na de sluiting van de fabriek, is Gerard de Nijs diep gedesillusioneerd en heeft tijd nodig om het verlies te verwerken. Hij voelt zich schaamt voor zijn werkloosheid en de onzekerheid over het vinden van werk op zijn leeftijd. Hoewel hij nu de tijd heeft om te schilderen, is hij onzeker en maakt hij zich zorgen over de kosten van verf en materialen. Zijn kinderen moedigen hem aan om te beginnen, maar hij twijfelt over welke stijl hij moet kiezen, omdat hij zich niet bekwaam voelt in anatomie of perspectief.
In 1977 bezoekt hij met zijn vrouw een tentoonstelling van Joegoslavische naïeve kunst in het Frans Hals Museum. De stijl van deze kunstenaars raakt hem diep. Het besef dat perspectief en anatomie minder belangrijk zijn in deze kunststijl geeft hem het vertrouwen om te beginnen. De volgende ochtend richt hij de vroegere slaapkamer van zijn kind in als atelier, koopt verf en start met schilderen. Sindsdien is hij niet meer gestopt met schilderen.
Wereldberoemd
Met zijn schilderwerken zal hij later deelnemen aan diverse tentoonstellingen van naïeve kunst. Bij de opening van een tentoonstelling in Thorn is ook werk van hem vertegenwoordigd en het openingswoord wordt gevoerd door een docente Joegoslavische talen aan de universiteit van Amsterdam. Zij legde uit dat Joegoslavische naïeve schilders geïnspireerd zijn door de werken van Nederlandse meesters, die in kerken en openbare gebouwen zijn te zien; zoals Pieter Bruegel en Jeroen Bosch. Toen ze later hoorde dat De Nijs geïnspireerd is door de Joegoslavische naïeven liet ze zich ontvallen: “Dat is interessant, want kijk, nu is de cirkel rond.” Zo’n 53 tentoonstellingen zullen volgen: Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Nuenen… In de Europese steden: Parijs, Brussel, Keulen… In de Verenigde Staten: het New Yorks Collyseum, San Diego, Dallas…
Nalatenschap
Op 23 september 1989 overlijdt hij, vrij onverwachts, op de leeftijd van 70 jaar. Drie jaar na zijn dood wordt in het gemeentehuis te Kaatsheuvel een overzichtstentoonstelling ´Gerard de Nijs en zijn Wereld´ georganiseerd. Honderd schilderijen worden voor zes weken naar hun ‘geboorteplaats’ teruggehaald. Overweldigende belangstelling en een diepe indruk blijven achter. Een postuum huldeblijk voor een kunstnaar, die wereldwijd bekendheid heeft gekregen, maar te laat in zijn geboortedorp. Alle mensen, die hem goed gekend hebben, weten dat hij juist hunkerde naar die lokale erkenning. Maar zij weten ook dat zijn aangeboren bescheidenheid zich niet voor persoonsverheerlijking leende.
Op 7 november 2006 komt (net als zijn vader) zoon Geert-Jan de Nijs te overlijden. Drie jaar later, op 16 oktober 2009 komt Gerards vrouw Anny de Nijs- Schoutrop na een kort ziekte bed te overlijden. Zij werd 84 jaar oud.
Bronnen:
-
Over Gerard — Pim Horvers Photography & filmmaking. (z.d.). Pim Horvers Photography & Filmmaking. https://www.pimhorversphotography.com/over-gerard
-
het Gerard de Nijs hof: de wereld van de naïeve kunstschilder Gerard de Nijs (1918 -1989). (z.d.). http://www.gerarddenijshof.nl/nieuws.html
-
Sandt, H. L. O. ’. (z.d.). Anna Catharina Schoutrop (1925-2009) » Genealogiebestand Heemkundekring Loon op ’t Sandt » Genealogie online. Genealogie Online. https://www.genealogieonline.nl/genealogiebestand-heemkundekring-loon-op-t-sandt/I84434.php