
Gouverneur van Noord-Brabant
Van 1830 tot 1842

Andreas van den Bogaerde van Terbrugge
Voluit "Andreas Johannes Ludovicus baron van den Bogaerde van Terbrugge".
Titulatuur: Baron.
Politieke partij: PvdA (Partij van de Arbeid).
Andreas werd geboren op 7 juli 1787 te Gent als de
zoon van André-François van den Bogaerde (1754-1834), burgemeester van Waasmunster en van Maria van Larebeke (1765-1845). Hij was de kleinzoon van Andries-Lodewijk van den Bogaerde (1726-1799), schepen, burgemeester en trezorier van het Brugse Vrije en van Angelique Rotsaert de Hertaing (1731-1803).
Andreas-Johannes van den Bogaerde stamde uit de oude Brugse familie Van den Bogaerde, die in het begin van de achttiende eeuw geadeld werd.

Afbeelding hierboven: Portret van Andreas baron van den Bogaerde van Terbrugge door
E.A.H. van der Ven.
Het gezin
Andreas was getrouwd met Eugenie Papeians de Morchoven dit van der Strepen (Gent, 1795 - Heeswijk, 1843). Ze hadden zes kinderen:
- Emma (1821-1825).
- Amédée (1823-1874), die trouwde met barones Otheline van Tuyll van Serooskerken (1817-1890). Hij was kamerheer van de Nederlandse koning.
- Louis, heer van Heeswijk en Dinther (1826-1890), opteerde voor Nederland.
- Donat, heer van Moergestel (1829-1895), opteerde voor Nederland.
- Alberic Donatus, opteerde voor Nederland.
- Marie, verder niet veel van bekend.
Loopbaan en Oranjegezind
Vanaf het begin van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd Andreas, in tegenstelling tot zijn vader, een aanhanger van Oranje en werd hij onmiddellijk in de adelstand bevestigd en in de Ridderschap van de provincie West-Vlaanderen opgenomen. Zijn vader werd pas in maart 1830 in de adelstand bevestigd, met een baronstitel die op Andreas overging, na zijn overlijden in 1834.
Andreas volgde zijn vader op als burgemeester van Waasmunster en werd arrondissementscommissaris van Sint-Niklaas en van Gent. Hij werd geen burgemeester van Gent zoals per vergissing wordt vermeld in het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde.
Tweede afbeelding: Tot toelichting daarvan volgt hierna de schematische tabel, met verwijzingsnummers van de hoofdpersonen.
1. Z.K. Hoogheid de Prins van Oranje, 2. Mr. L.A. Lightenvelt, Kapitein Wd. Ct. der schutterij, 3. H.J. Habraken, Kapitein schutterij, 4. Jhr. Mr. L.J.A.A. de la Court, 1e Luitenant Schutterij, 5. Jhr. Mr. E.J.P. van Meeuwen, 2e Luitenant Schutterij, 6. Mr. H.A. Thije Hannes, 1e Luitenant-Adjudant Schutterij, 7. W.A. de Koning, 1e Luitenant-Kwartiermeester Schutterij, 8. L.H. Rouppe van der Voort, 2e Luitenant Schutterij, 9. D.A. de Fremery, Kolonel Plaatselijke Commandt, 10. D.L. Vermasen, Lt.-Gen. Opperbevelhebber der Vesting 's-Hertogenbosch, 11. F. Sommerton, Kapitein 4e Bat. Art. Nat. Militie, 12. A. Baron de Constant Villars, Luitenant Kolonel Adjudant van Z.K.H. den Prins van Oranje, 13. Jhr. A.J.L. van den Bogaerde, Gouverneur van Noord-Brabant, 14. C.H.P. van der Capellen, 1e Luitenant 10e Regt. Lanciers, Ordonnans-Officier bij Z.K.H. den Prins van Oranje, 15. L.M.J. Baron van Reede van Oudtshoorn, Majoor-Tit. der Kon. Maréchaussée, 16. Een officier van de Art. Nat. Militie (naam onbekend), 17. W. van Ankeren, Plaats. Majoor 1e Klasse Kapitein, 18. Cilia Cante echtgenote van Joh.H. Kleijne scherprechter.
In tijd van revolutie
Begin 1830 (en niet in 1820 zoals in het voormelde woordenboek staat) benoemde koning Willem I hem tot gouverneur van Noord-Brabant, een post hij tot 1842 bekleedde. Andreas bleef immers trouw aan Oranje ook na de Belgische Revolutie en was een van de weinige Zuid-Nederlanders die zijn ambt in het Noorden na 1830 behield. In 1837 richtte hij het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant op samen met nog zes anderen. Dit gezelschap van zeven man sterk bestond, naast de baron zelf, uit onder andere dr. Cornelis R. Hermans, rector van de Latijnse School in Heusden en predikant Carel Willem Pape, boekhandelaar Hendrik Palier en de latere minister Jacobus Arnoldus Mutsaers. Hiermee wou hij de Brabantse geschiedenis benadrukken (in het geheel der Nederlanden).
Ridderschap en kasteelheer
In 1840 werd hij ingedeeld in de Ridderschap van Noord-Brabant, waarvan hij de voorzitter werd. Hij werd ook Staatsraad in Buitengewone Dienst en Kamerheer van de koning.
Hij kocht het middeleeuwse slot Kasteel Heeswijk en sleet daar en in het kasteel van Dinther zijn jaren als emeritus in werkzame rust. Heeswijk werd door hem en zijn erfgenamen aanzienlijk uitgebreid en er werd een zeer belangrijke collectie kunstwerken en antiquiteiten in ondergebracht. Tot het begin van de jaren 1990 was het poortgebouw van het imposante kasteel bewoond door afstammelingen. Thans is het kasteel eigendom van de Stichting Slot Heeswijk en werd het aanzienlijk gerenoveerd om voor hedendaags gebruik te dienen.
Overlijden
Andreas komt op 12 januari 1855 te Heeswijk te overlijden, hij werd 67 jaar oud. Het familiegraf bevindt zich bij de Sint-Willibrorduskerk van Heeswijk.
Bronnen:
-
Wetzer, A. (z.d.). Bossche Encyclopedie | Uitreiking vaandel dienstdoende schutterij. https://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/schilderijen/0208.htm?p1=../../overig/schilderijen/_index.1.htm?title=Schilderijen&t1=Schilderijen&title=Uitreiking%20vaandel%20dienstdoende%20schutterij
-
Wikipedia-bijdragers. (2024, 18 december). Andreas van den Bogaerde van Terbrugge. Wikipedia. https://nl.wikipedia.org/wiki/Andreas_van_den_Bogaerde_van_Terbrugge
-
https://wiki-raamsdonk.nl/index.php?title=Andreas_van_den_Bogaerde_van_Terbrugge